Als dit document niet overeenkomt met uw huidige softwareversie, kunt u naar het Download Center gaan om andere beschikbare documentversies te vinden.

QNAP

QTS 5.0.x

Downloaden (PDF)

Fibre Channel-poortbinding configureren

Poortbinding is een beveiligingsmethode voor Fibre Channel waarmee u kunt beperken welke WWPN's van initiatoren verbinding mogen maken via een Fibre Channel-poort. Deze methode is vergelijkbaar met autorisatie van iSCSI-doelen.

Tip:

Poortbinding is standaard uitgeschakeld voor alle Fibre Channel-poorten.

  1. Ga naar iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel > FC-poorten;
  2. Selecteer een Fibre Channel-poort.
  3. Klik op Actie en selecteer daarna Poortbinding bewerken.

    Het venster Fibre Channel-poortbinding wordt geopend.

  4. Voeg minimaal één WWPN als initiator toe aan de lijst met bevoegde initiatoren voor de LUN.

    Methode

    Stappen

    Toevoegen vanuit WWPN-lijst

    1. Selecteer minimaal één WWPN in de lijst met WWPN's.

    2. Klik op Toevoegen.

    WWPN's toevoegen als tekst

    1. Geef één WWPN per regel op en gebruik daarbij de volgende indelingen:

      • XXXXXXXXXXXXXXXX

      • XX:XX:XX:XX:XX:XX:XX:XX

    2. Klik op Toevoegen.

  5. Optioneel: Selecteer Onbekende WWPN's toevoegen aan de lijst met FC WWPN-aliassen.

    Als deze optie wordt geselecteerd, zal QTS alle onbekende WWPN's toevoegen aan de lijst met bekende aliassen. Ga naar iSCSI en Fibre Channel > Fibre Channel > FC WWPN-aliassen om de lijst weer te geven.

  6. Klik op OK.