Als dit document niet overeenkomt met uw huidige softwareversie, kunt u naar het Download Center gaan om andere beschikbare documentversies te vinden.

QNAP

QTS 5.0.x

Downloaden (PDF)

Een thick of thin volume maken

  1. Ga naar Opslag en snapshots > Opslag > Opslag/snapshots.
  2. Voer een van de volgende acties uit.

    NAS-status

    Actie

    Geen volumes of opslagpools

    Klik op Nieuw volume.

    Minimaal een volume of opslagpool

    Klik op Maken > Nieuw volume.

    Het venster Wizard 'Volume maken' wordt geopend.

  3. Selecteer een opslagpool.

    U kunt een bestaande opslagpool selecteren of direct een nieuwe opslagpool maken.

  4. Optioneel: Een nieuwe opslagpool maken.
    1. Klik op .

      Het venster wizard ‘Opslagpool maken’ wordt geopend.

    2. Klik op Volgende.
    3. Optioneel: Selecteer een uitbreidingseenheid in de lijst Behuizingseenheden.
      Belangrijk:
      • U kunt geen schijven van meerdere uitbreidingssystemen selecteren.

      • Als de uitbreidingseenheid van de NAS wordt losgekoppeld, wordt de opslagpool ontoegankelijk totdat deze opnieuw wordt aangesloten.

    4. Selecteer minimaal een schijf.
      Attentie:

      Alle gegevens op de geselecteerde schijven worden verwijderd.

    5. Selecteer een RAID-type.

      QTS geeft alle beschikbare RAID-typen weer en selecteert automatisch het meest geoptimaliseerde RAID-type.

      Aantal schijven

      Ondersteunde RAID-typen

      Standaard RAID-type

      Een

      Enkelvoudig

      Enkelvoudig

      Twee

      JBOD, RAID 0, RAID 1

      RAID 1

      Drie

      JBOD, RAID 0, RAID 5

      RAID 5

      Vier

      JBOD, RAID 0, RAID 5, RAID 6, RAID 10

      RAID 5

      Vijf

      JBOD, RAID 0, RAID 5, RAID 6

      RAID 6

      Zes of meer

      JBOD, RAID 0, RAID 5, RAID 6, RAID 10, RAID 50

      Opmerking:

      RAID 10 vereist een even aantal schijven.

      RAID 6

      Acht of meer

      JBOD, RAID 0, RAID 5, RAID 6, RAID 10, RAID 50, RAID 60

      RAID 6

      Tip:

      Gebruik het standaard RAID-type als u niet weet welke optie u moet kiezen.

      Raadpleeg RAID-typen voor meer informatie.

    6. Optioneel: Selecteer de schijf die als een hot spare voor deze RAID-groep zal worden gebruikt.

      De aangewezen hot spare vervangt automatisch de schijf in de RAID-groep die kapotgaat.

      Voor RAID 50 of RAID 60 moet later een reserveschijf worden geconfigureerd. U moet een algemene reserveschijf configureren, zodat alle subgroepen dezelfde reserveschijf delen.

    7. Klik op Volgende.
    8. Optioneel: SSD-overbezetting configureren.

      Bij overbezetting wordt een percentage van de SSD-opslagruimte van elke schijf in de RAID-groep gereserveerd om de schrijfprestaties te verbeteren en de gebruiksduur van de schijf te verlengen. U kunt de hoeveelheid gereserveerde ruimte voor overbezetting verminderen nadat QTS de RAID-groep heeft gemaakt.

      Tip:

      Download ‘Hulpprogramma voor SSD-profilering’ in het App Center om de optimale hoeveelheid voor overbezetting van uw SSD's vast te stellen.

    9. Optioneel: De drempelwaarde voor waarschuwingen configureren.

      QTS toont een waarschuwing als het percentage van gebruikte schijfruimte van de pool gelijk is aan of hoger is dan de opgegeven drempelwaarde.

    10. Klik op Volgende.
    11. Controleer de informatie over de opslagpool.
    12. Klik op Maken.

      Er wordt een bericht voor bevestiging weergegeven.

      Attentie:

      Als u op OK klikt, worden alle gegevens op de geselecteerde schijven verwijderd.

    13. Klik op Oké.

    QTS maakt de opslagpool. Het venster wizard ‘Opslagpool maken’ wordt gesloten.

  5. Selecteer een volumetype.
    • Thick volume

    • Thin volume

    Tip:
    • Klik op Gedetailleerde vergelijking om functionele verschillen tussen de volumetypen in een nieuw venster te bekijken. U kunt een ander volumetype selecteren om de bijbehorende beschrijving en grafiek te zien, en ook een nieuwe selectie toepassen.

    • Raadpleeg Een statisch volume maken om een statisch volume te maken.

  6. Klik op Volgende.
  7. Optioneel: Geef een alias op voor het volume.

    De alias moet uit 1 tot 64 tekens bestaan uit de volgende groepen:

    • Letters: A tot Z, a tot z

    • Cijfers: 0 tot 9

    • Speciale tekens: Koppelteken (-), underscore (_)

  8. Geef de capaciteit op voor het volume.

    Het type volume bepaalt de maximale volumecapaciteit.

    Type volume

    Maximale grootte

    Thick

    Hoeveelheid vrije ruimte in de bovenliggende opslagpool

    Thin

    Twintig keer de hoeveelheid vrije ruimte in de bovenliggende opslagpool

    Wanneer de maximale omvang van een thin volume wordt ingesteld op een waarde die groter is dan de hoeveelheid vrije ruimte in de opslagpool wordt dat overtoewijzinggenoemd.

  9. Optioneel: Het volume coderen

    QTS codeert alle gegevens op het volume met 256-bit AES-codering.

    1. Geef een wachtwoord voor de codering.

      Het wachtwoord moet 8 tot 32 tekens hebben, met een willekeurige combinatie van letters, cijfers en speciale tekens. Spaties zijn niet toegestaan.

      Attentie:

      Als u het coderingswachtwoord vergeet, zullen alle gegevens ontoegankelijk worden.

    2. Controleer het coderingswachtwoord.
    3. Optioneel: Selecteer Coderingssleutel opslaan.

      Deze instelling bewaart een lokale kopie van de coderingssleutel op de NAS. Hierdoor kan QTS automatisch het gecodeerde volume ontgrendelen en koppelen als de NAS opstart. Als de versleutelingscode niet wordt opgeslagen, moet u elke keer wanneer de NAS wordt ingeschakeld het versleutelingswachtwoord opgeven;

      Attentie:

      Als de versleutelingscode op de NAS wordt opgeslagen, kunnen onbevoegden toegang tot gegevens krijgen als ze fysieke toegang tot de NAS hebben;

  10. Optioneel: Configureer geavanceerde instellingen.

    Instelling

    Beschrijving

    Acties door gebruiker

    Waarschuwingsdrempel

    QTS toont een waarschuwing als het percentage van gebruikte schijfruimte van het volume gelijk is aan of hoger is dan de opgegeven drempelwaarde.

    Geef een waarde op.

    Prestaties versnellen met SSD-cache

    QTS voegt gegevens van dit volume aan de SSD-cache toe om de lees- of schrijfprestaties te verbeteren.

    -

    Maak een gedeelde map op het volume

    QTS maakt automatisch de gedeelde map als het volume gereed is. Alleen het gebruikersaccount dat de gedeelde map maakt, heeft lees-/schrijftoegang tot de map.

    Opmerking:

    Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer aangemeld als 'admin'.

    • Geef een mapnaam op;

    • Selecteer Deze map maken als gedeelde map voor snapshots.

    Met snapshot gedeelde map kunnen snel snapshots worden gemaakt en hersteld.

    Bytes per inode

    Het aantal bytes per inode bepaalt de maximale volumegrootte en het aantal bestanden en mappen dat op het volume kan worden opgeslagen. Wanneer het aantal bytes per inode wordt verhoogd, levert dat een grotere maximale volumegrootte maar een lager maximum aantal bestanden en mappen op.

    Selecteer een waarde.

  11. Klik op Volgende.
  12. Optioneel: Selecteer Snapshotschema en snapshotretentie inschakelen.

    Deze optionele stap is alleen beschikbaar wanneer u een thin-volume maakt.

    Opmerking:

    QTS maakt een standaard planning voor snapshots en een bewaarbeleid voor snapshots. U kunt deze instellingen later naar wens configureren in ‘Snapshotbeheer’.

    Raadpleeg voor meer informatie het volgende:

  13. Klik op Volgende.
  14. Klik op Voltooien.

QTS maakt en initialiseert het volume en maakt vervolgens de optionele gedeelde map.