Als dit document niet overeenkomt met uw huidige softwareversie, kunt u naar het Download Center gaan om andere beschikbare documentversies te vinden.

QNAP

QTS 5.0.x

Downloaden (PDF)

Een taak voor snapshotreplica's maken

Belangrijk:

Als u voor de eerste keer een taak voor snapshotreplica's maakt, worden alle gegevens op het volume of op de LUN naar de doel-NAS verplaatst. Afhankelijk van de snelheid van de netwerkverbinding en de lees-/schrijfsnelheden van beide NAS-systemen kan dit lang duren.

  1. Ga naar Opslag en snapshots > Reservekopie van snapshot > Snapshotreplica.
  2. Klik op Een replicatietaak maken.

    De wizard Een taak voor snapshotreplica's maken wordt geopend.

  3. Optioneel: Geef een taaknaam op.
  4. Klik op Volgende;
  5. Selecteer het bronvolume of de bron-LUN.
  6. Geef het adres van de doel-NAS op.

    Voer een van de volgende acties uit.

    Actie

    Locatie van doel-NAS

    Beschrijving

    Geef handmatig het adres van de NAS op

    LAN, WAN, internet

    Hier kunt u een IP-adres, hostnaam of FQDN invoeren

    Klik op Detecteren en selecteer vervolgens een NAS in de lijst

    LAN

    Geeft een lijst weer met alle NAS-apparaten van QNAP in het lokale netwerk

    Klik op Lokale host

    Lokale NAS

    Maakt een replica van snapshots tussen verschillende opslagpools op dezelfde NAS

  7. Geef een beheerdersaccount en wachtwoord op voor de doel-NAS.
    Belangrijk:

    Om veiligheidsredenen raadt QNAP aan om niet de "admin"-account niet te gebruiken.

  8. Optioneel: Geef een poort op.
    Tip:

    De standaardpoort is 22.

  9. Klik op Testen.
    Belangrijk:

    Voer de verificatie in twee stappen uit als u daar om wordt gevraagd. Dit is vereist als verificatie in twee stappen op de doel-NAS is ingeschakeld.

    QTS maakt verbinding met de doel-NAS via het opgegeven beheerderswachtwoord en controleert of er voldoende opslagruimte is.

  10. Klik op Volgende;
  11. Selecteer de doel-opslagpool.
  12. Klik op Volgende;
  13. Selecteer een plan voor reservekopieën;

    Plan voor reservekopie

    Beschrijving

    Start replicatietaak na het nemen van een lokale snapshot

    De replicatietaak zal steeds worden uitgevoerd als QTS het opgegeven aantal snapshots maakt. Deze snapshots kunnen handmatig of op basis van een schema worden gemaakt

    Start replicatietaak volgens een planning

    De replicatietaak wordt uitgevoerd volgens het opgegeven schema en repliceert alle snapshots die werden gemaakt sinds de toepassing voor het laatst werd uitgevoerd. Er zullen geen gegevens worden gerepliceerd als er geen nieuwe snapshots zijn gemaakt.

    Kies een van de volgende planopties en klik vervolgens op Toevoegen.

    • Uitvoeren volgens schema: De taak wordt automatisch dagelijks, wekelijks of maandelijks uitgevoerd. Instellingen:

      • Schema: Hoe vaak de taak wordt uitgevoerd

      • Dag: De dag waarop de taak wordt uitgevoerd

      • Vervaldatum: De replicatietaak zal na deze datum niet meer worden uitgevoerd

      • Frequentie: Hoe vaak de taak wordt uitgevoerd op de dagen die onder ‘Schema’ en ‘Dag’ zijn opgegeven

      • Beginnen om: Het tijdstip waarop de taak wordt uitgevoerd.

      • Herhalen tot: Het tijdstip waarop de taak wordt gestopt.

    • Eenmaal uitvoeren: De taak wordt eenmalig uitgevoerd op een specifieke tijd en dag.

    Handmatige back-up

    De taak wordt niet uitgevoerd tenzij een gebruiker deze start.

  14. Geef op hoeveel gerepliceerde snapshots op de doel-NAS zullen worden bewaard.

    Als het opgegeven aantal is bereikt, zal QTS steeds de oudste snapshot verwijderen als er een nieuwe snapshot wordt gerepliceerd.

  15. Klik op Volgende;
  16. Optioneel: Configureer de overdrachtsinstellingen.

    Instelling

    Beschrijving

    Overdracht versleutelen

    QTS versleutelt de snapshot voordat deze wordt gerepliceerd.

    • Op de doel-NAS moeten SSH-verbindingen zijn toegestaan;

    • De taak moet worden uitgevoerd door een beheerdersaccount;

    • De poort die door deze taak wordt gebruikt, moet hetzelfde zijn als de SSH-poort op de doel-NAS.

    Overdracht comprimeren

    QTS comprimeert snapshots als er een replica van wordt gemaakt. Dit kost meer processor- en systeemgeheugen, maar vermindert de benodigde bandbreedte.

    Tip:

    Schakel deze functie in bij netwerken met een lage bandbreedte of als de NAS-apparaten met elkaar zijn verbonden via een WAN.

    Maximale overdrachtssnelheid

    Beperkt de hoeveelheid netwerkbandbreedte die deze taak gebruikt.

  17. Optioneel: Brongegevens exporteren naar een extern opslagapparaat.

    U kunt de brongegevens naar een aangesloten extern opslagapparaat, zoals een USB-station, exporteren om tijd en bandbreedte te besparen. Nadat het extern opslagapparaat met de doel-NAS is verbonden, zal QTS de brongegevens importeren als de taak weer wordt uitgevoerd.

    1. Verbindt een extern opslagapparaat met de NAS.
    2. Selecteer Brongegevens exporteren naar extern opslagapparaat als taak voor de eerste keer wordt uitgevoerd.
    3. Selecteer het externe opslagapparaat.
    4. Optioneel: Selecteer Exporteren overslaan als u de brongegevens al naar het externe opslagapparaat hebt geëxporteerd.
  18. Klik op Volgende;
  19. Optioneel: Selecteer Reservekopie direct maken.

    Als deze optie is ingeschakeld, zal de taak direct na het maken worden uitgevoerd.

  20. Controleer de taakinformatie.
  21. Klik op Voltooien.

    QTS maakt de taak.

  22. Optioneel: Als u er voor kiesst om de brongegevens naar een extern opslagapparaat te exporteren, dient u het opslagapparaat te ontkoppelen van de bron-NAS en aan te sluiten op de doel-NAS.